12 juni 2003

NIEUWSBRIEF MOND- EN KLAUWZEERRICHTLIJN (2)

De Europese landbouwministers zijn akkoord gegaan met een nieuwe richtlijn voor de bestrijding van mond- en klauwzeer. Ze hebben onder andere besloten om voortaan noodvaccinatie toe te staan bij een uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ). Noodvaccinatie wordt gezien als een volwaardig alternatief voor preventief ruimen. De gevaccineerde dieren mogen blijven leven tot het moment dat ze normaal gesproken worden afgevoerd naar de slacht. Het vlees van deze dieren kan op beperkte schaal op de Europese markt worden afgezet. Gevaccineerde dieren die blijven leven mogen niet meer levend naar een andere lidstaat. Een uitzondering kan gemaakt worden voor gevaccineerde dieren die in een dierentuin worden gehouden en deelnemen aan een programma voor natuurbehoud of gevaccineerde dieren die in een aangewezen fokcentra gehouden worden en die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van een ras. De voorwaarden zullen tijdens een uitbraak in Europees overleg worden bepaald.

De nieuwe MKZ-richtlijn komt in belangrijke mate tegemoet aan de Nederlandse wensen. Veel van de Nederlandse suggesties zijn tijdens de Raadswerkgroepen ook overgenomen. Via deze nieuwsbrief wil LNV alle organisaties die meegedacht hebben over de richtlijn nogmaals hartelijk bedanken voor de adviezen en suggesties.

De Grieken, voorzitter van de Europese Unie tot juni 2003, wilden heel graag tijdens haar voorzitterschap een akkoord bereiken. Daarom zijn de ministers vandaag inhoudelijk akkoord gegaan met het voorstel. Op dit moment zijn juristen en taalkundigen nog bezig om de tekst bij te schaven. Het is dus nog niet mogelijk u de nieuwe tekst toe te sturen. De verwachting is dat einde van deze maand de tekst klaar zal zijn.

De belangrijkste voorwaarden bij vaccinatie hebben we ter informatie voor u samengevat en treft u onder aan de nieuwsbrief aan. De laatste maand werd duidelijk dat geen van de lidstaten tegen het gebruik van noodvaccinaties was, maar dat de meningen van de lidstaten over de maatregelen ten aanzien van producten van gevaccineerde dieren, voornamelijk varkensvlees, uiteenliepen. Denemarken en enkele andere lidstaten gaven aan bezorgd te zijn over de consequenties voor de handel met landen buiten Europa als andere lidstaten zouden vaccineren bij een uitbraak en als vlees van gevaccineerde varkens ook naar hun landen kon worden afgezet. Daarom pleitten zij voor strengere eisen voor vlees van gevaccineerde varkens. Door de Griekse voorzitter en de Europese Commissie is er gezocht naar een compromis, waar alle lidstaten mee akkoord konden gaan. Er was bij de lidstaten namelijk zowel begrip voor het standpunt van onder andere Denemarken als dat van Nederland.

Nederland heeft op verschillende momenten gepleit om de financiering bij vaccinatie ook te bespreken. Vanuit de Europese Commissie is een belofte gedaan het financiële aspect van vaccinatie bij bestrijding op korte termijn te gaan bespreken.


Voorwaarden bij vaccinatie

Indien noodvaccinatie bij een uitbraak van MKZ wordt toegepast is de afzet van producten van deze gevaccineerde dieren onder diverse voorwaarden mogelijk. Deze voorwaarden zijn afhankelijk van het moment waarop het product wordt geproduceerd ten opzichte van het moment van vaccinatie en onderverdeeld in verschillende tijdfases. Het moment van vaccinatie tot het verkrijgen van de officiële vrijstatus bestaat uit drie fasen. Alle maatregelen in deze perioden zijn erop gericht dat er geen virusverspreiding plaats kan vinden.

Fase 1:
Fase 1 gaat in vanaf het moment van vaccinatie. Deze fase duurt tot minimaal 30 dagen na voltooiing van de vaccinatie.

Levende dieren: In deze periode mag er geen beweging van gevoelige dieren binnen of naar buiten het vaccinatiegebied plaatsvinden. Uitzondering hierop is onder voorwaarden de dieren rechtstreeks naar een slachthuis in het vaccinatiegebied, of, in uitzonderlijke gevallen, dichtbij het gebied te transporteren.

Vlees: Vlees van gevaccineerde varkens in deze fase krijgt een "kruismerk-stempel" en dit vlees moet een hittebehandeling ondergaan. Na hittebehandeling is het product gegarandeerd vrij van virus en kan zowel in Nederland als op de Europese markt worden afgezet. Omdat deze behandeling door de OIE is bestempeld als veilig kan het product in principe ook naar landen buiten Europa worden geëxporteerd.

Zuivel: Voor zuivel gelden geen beperkingen indien het enkelvoudig wordt gepasteuriseerd als de pH lager is dan 7. Tevens zal de melkvoor intra-verkeer moeten worden gecertificeerd dat aan deze behandeling is voldaan. Productie van boerenzuivel is in deze fase niet mogelijk.

Sperma: Collectie van sperma wordt geschorst danwel 30 dagen apart opgeslagen.

Embryo's en eicellen: Afname van embryo's en eicellen is in fase 1 verboden.

Mest: De maatregelen die gelden voor het toezichtsgebied gelden ook voor het vaccinatiegebied

Huiden, wol, haren en overige dierlijke producten: De maatregelen die gelden voor het beschermingsgebied gelden ook voor het vaccinatiegebied.

Fase 2
Fase 2 gaat niet eerder in dan 30 dagen na voltooiing van de noodvaccinatie. Fase 2 bestaat uit twee delen namelijk 2A en 2B. In fase 2A worden alle bedrijven met ziektegevoelige dieren klinisch en serologisch onderzocht. In fase 2B worden alle bedrijven met ziektegevoelige dieren in het vaccinatiegebied gecategoriseerd.

Levende dieren: Ook in deze periode mag er geen beweging van gevoelige dieren binnen of naar buiten het vaccinatiegebied plaatsvinden. Uitzondering hierop is onder voorwaarden de dieren rechtstreeks naar een slachthuis in het vaccinatiegebied, of, in uitzonderlijke gevallen, dichtbij het gebied te transporteren.


Fase 2A:
Vlees van gevaccineerde herkauwers: In fase 2A wordt de afzet van vlees van herkauwers versoepeld. Bij slachting van deze dieren moet het karkas worden uitgebeend en het vlees worden gematureerd. Dit vlees draagt het EEG-keurstempel. Bij export binnen de EU dient wel gecertificeerd te worden dat aan de voorwaarden is voldaan.

Vlees van gevaccineerde varkens: Vlees van gevaccineerde varkens in deze fase krijgt een "kruismerk-stempel" en dit vlees moet een hittebehandeling ondergaan (zie fase 1).

Zuivel: Voor zuivel geldt dezelfde procedure als in fase 1.

Overige: Ook gelden de voorwaarden van fase 1 nog voor sperma, eicellen, embryo's, mest, huiden, wol, haren en overige dierlijke producten binnen het vaccinatie gebied.

Fase 2B:
Gaat in op moment dat het klinische en serologisch onderzoek op alle bedrijven is voltooid. De bedrijven worden gecategoriseerd op basis van enkele criteria én op basis van de uitslagen van de onderzoeken gedaan in fase 2A. Indien op een bedrijf een besmet dier wordt gevonden, wordt dit bedrijf alsnog geruimd. Zijn er bedrijven die vermoedelijk besmet zijn geweest maar het virus blijkt niet meer aanwezig te zijn, dan worden of alle dieren op het bedrijf gedood en de karkassen verwerkt of de "besmette dieren" worden geruimd, de overige dieren worden geslacht en voor de producten gelden de voorwaarden zoals omschreven bij fase 2A. Indien bedrijven geheel vrij zijn verklaard kunnen deze bedrijven de producten afzetten volgens de voorwaarden gesteld in fase 3. Hiervoor hoeft de fase 2B niet geheel afgerond te zijn.

Fase 3:
Fase 3 gaat officieel in na voltooiing van het klinische en serologisch onderzoek en indeling van de bedrijven (bedrijven met positief reagerende dieren worden eruit gelicht) tot het moment van officiële vrijstatus.

Levende dieren: De voorwaarden voor transport van levende gevoelige dieren wordt enigszins verlicht. Hierbij worden enkele extra mogelijkheden opengesteld voor het vervoer van niet-gevaccineerde ziektegevoelige dieren en van nakomelingen van gevaccineerde dieren.

Vers vlees van niet-gevaccineerde dieren: Vers vlees van niet gevaccineerde dieren uit het vaccinatiegebied mag zowel binnen als buiten het gebied worden afgezet en krijgt het EEG-keurstempel. Enkele eisen blijven gelden ten aanzien van transport en opslag van vlees dat niet dezelfde status draagt.

Vers vlees van gevaccineerde herkauwers: Evenals in fase 2 moeten de karkassen worden uitgebeend en het vlees worden gematureerd. Dit vlees draagt het EEG-keurstempel. Bij export binnen de EU dient wel gecertificeerd te worden dat aan de voorwaarden is voldaan.

Vers vlees van gevaccineerde varkens: Voor vers vlees van gevaccineerde varkens en haar nakomelingen geldt nog steeds de maatregel van fase 2. De afzet van vers varkensvlees in fase 2A, 2B en 3 tot al het onderzoek gedaan is en drie maanden na de laatste uitbraak en is in principe alleen mogelijk op de Nederlandse markt. Dit vlees krijgt een apart binnenlands stempel. Voor de periode nadat drie maanden na de laatste uitbraak is verstreken wordt in een dan gehouden PVC-bijeekomst bepaald of restricties op dit verse vlees kan worden verlicht. Voor de slachterij waarin dit vlees wordt geproduceerd gelden extra voorwaarden waaronder het soort dieren dat in deze slachterij wordt geslacht.

Zuivel en overig: Voor zuivel en de overige producten gelden nog steeds de voorwaarden als onder fase 1 en 2.

Opnieuw vrij verklaard van mond- en klauwzeer na vaccinatie
Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan:
· Fase 3 is afgerond
· Er is voldaan aan de OIE eisen
o Of
· Er zijn 3 maanden verstreken na slachten van het laatste gevaccineerde dier en serologische bewaking is afgerond
o Of
· Er zijn 6 maanden verstreken na de laatste uitbraak of de laatste vaccinatie (indien later) en serologische bewaking is afgerond

Het PVC besluit of een lidstaat weer vrij verklaard wordt voor MKZ. Normaal gesproken gebeurd dit na 3 maanden bij onderdrukkende vaccinatie (alle gevaccineerde dieren zijn geslacht/geruimd) of 6 maanden bij beschermende vaccinatie (de gevaccineerde dieren blijven leven). Eventueel kan besloten worden de termijn van 3 of 6 maanden te vervroegen, indien het serologisch onderzoek heeft aangetoond dat er geen besmetting meer is met het MKZ-virus.