OPMERKINGEN N.A.V.
BELEIDSDRAAIBOEK MKZ 12 december 2002
Algemeen
In de aanbiedingsbrief
(d.d. 10 december 2002) bij het Beleidsdraaiboek Mond- en Klauwzeer aan
de Tweede Kamer, geeft u aan dat u ernaar streeft om het Nederlandse beleid
waar mogelijk reeds te enten op de nieuwe in ontwikkeling zijnde Europese
richtlijn, waarin naar verwachting meer mogelijkheden zijn voor vaccinatie
van dieren zonder dat deze daarna gedood worden.
Minister Veerman heeft eveneens reeds in zijn betoog van 17 oktober 2002
bij de presentatie van het rapport Verleden, Heden en Toekomst, Over de
preventie en bestrijding van mkz aangegeven: 'We beginnen het zo langzamerhand
met elkaar eens te worden over de noodzaak van noodvaccinatie. Het non-vaccinatiebeleid
heeft zijn langste tijd gehad.'
Helaas zien wij in het huidige, voorliggende beleidsdraaiboek daarvan
niets terug. Het zou uw Ministerie sieren als daar voortvarend mee aan
de slag was gegaan, gezien al het menselijk en dierenleed dat de gekozen
bestrijdingsmethode van uw Ministerie in 2001 veroorzaakt heeft. En dat
ook op alle mogelijke manieren in kaart is gebracht. We wijzen op de diverse
onderzoeken binnen en buiten Nederland en het onderzoek van de Tijdelijke
Commissie MKZ van het Europees Parlement.
U stelt dat vaccinatie
uitsluitend kan worden ingezet als noodvaccinatie, vooruitlopend op het
doden van de betrokken dieren. In het beleidsdraaiboek in de Fase van
buitengewone omstandigheden is echter als maatregel opgenomen: noodvaccinatie
en in leven laten van de geënte dieren. Klaarblijkelijk behoort dit
tot de mogelijkheden en wij wensen dat deze mogelijkheid onder alle omstandigheden
wordt toegepast.
U geeft tevens aan
dat met de vaststelling van het MKZ-beleidsdraaiboek invulling wordt gegeven
aan een belangrijke les uit eerdere dierziektencrises, namelijk de noodzaak
tot een goede voorbereiding. Wij betreuren het zeer, dat klaarblijkelijk
met deze herziening van dit draaiboek alleen aan deze les invulling is
gegeven. Aan andere minstens zo belangrijke lessen, bijvoorbeeld hoe voorkomen
we dat een veterinair probleem een maatschappelijke crisis wordt, wordt
geheel voorbij gegaan. Wat ons betreft een gemiste kans, waaraan hopelijk
in nieuwe versies van het draaiboek wel tegemoet kan worden gekomen.
Aanbevelingen draaiboek
2.1 Draaiboeken
Hier worden diverse draaiboeken genoemd, die van toepassing zijn. Deze
draaiboeken zijn bij ons niet bekend; de reactie van Ent Europa kan dan
ook niet inhoudelijk ingaan op deze draaiboeken, noch op de samenhang
hiervan met het Draaiboek mkz.
2.2 Juridisch kader/Wettelijke
basis
We missen hier andere algemene uitgangspunten. Evaluatie heeft geleerd
dat het niet alleen een veterinair-economisch probleem is, maar dat bestrijding
van mkz in een bredere samenhang bezien moet worden, met in ogenschouw
nemend de consequenties o.a. voor de volksgezondheid. Er zijn morele en
ethische overwegingen t.a.v. de omgang met dieren. Er zijn in een samenleving
grenzen die niet overschreden mogen worden. Minister Veerman heeft bij
zijn bezoek aan Epe/Oene op 24 januari 2003 ook bevestigd dat dieren een
intrinsieke waarde hebben en niet alleen beoordeeld mogen worden op hun
economische waarde. U dient zich te bezinnen op een geheel nieuwe aanpak,
waarbij recht wordt gedaan aan alle aspecten van deze dierziektebestrijding.
Minister Veerman gaf bovendien op 17 oktober 2002 in zijn reactie op het
rapport Verleden, heden en toekomst, Over de preventie en bestrijding
van MKZ aan dat er in de crisisbestrijding van vorig jaar (d.w.z. 2001)
onvoldoende balans was tussen de aandacht voor veterinaire en economische
gevolgen aan de ene kant en de sociaal-maatschappelijke effecten aan de
andere kant. In het huidige draaiboek vinden we deze opvattingen niet
terug en is er nog steeds sprake van een onbalans.
2.3 Opbouw beleidsdraaiboek
mkz
Normale fase. Hier dient aan toegevoegd te worden: Mkz is endemisch en
komt altijd voor op de wereld. Alertheid is dus voortdurend geboden.
Aandachtsfase. O.i. is een bredere afweging nodig dan het advies van één
persoon. Hierbij dient recht gedaan te worden aan alle factoren.
Fase van buitengewone omstandigheden. Ook in 2001, bij een aangenomen
aantal uitbraken van 26, bleek dat er sprake was van buitengewone omstandigheden,
van grote maatschappelijke ontwrichting, van grote maatschappelijke weerstand
(o.a. 750.000 handtekeningen van de Dierenbescherming tegen het doden
van gezonde dieren en 500.000 handtekeningen en petities tegen het non-vaccinatiebeleid
en het doden van gezonde dieren van Ent Europa) en logistieke onbeheersbaarheid.
Dus: het is het meest aannemelijk dat we met deze fase snel geconfronteerd
worden.
Maatregelen. Aangegeven is dat per scenario de veterinair-technische beleidsmaatregelen
zijn uitgewerkt. Deze werkwijze is ook gevolgd in 2001 en inmiddels weten
wij nu wat zo'n eenzijdige benadering voor gevolgen heeft voor het welzijn
van mens en dier. Derhalve dienen hier maatregelen getroffen te worden
die ten dienste staan van het maatschappelijk welzijn.
2.4 Begrippen en
definities
Ruimingsgebied. 'Ruimen' is geen optie.
Groot vaccinatiegebied. Ook hier geldt: bredere benadering. Waarom zou
alleen het advies van deze veterinair-technische kring tellen?
3.2.1 Normale fase
Maatregelen. Teleurstellend is dat aangesloten wordt bij de bestaande
praktijk. In deze situatie zou men permanent alert dienen te zijn op nieuwe
signalen uit de samenleving en de voortgang (en stimulering) van het wetenschappelijk
onderzoek m.b.t. mkz. In het rapport van de KNAW werd o.m. al gesteld
dat Nederland geen gebruik had gemaakt van de jongste, wetenschappelijke
inzichten.
De genoemde maatregelen geven weinig vertrouwen in het voorkomen van insleep
van het virus. Het is beslist noodzakelijk dat de buitengrenzen beter
worden beveiligd tegen de insleep van dierziekten. Verwacht mag worden
dat de genoemde adviezen (m.n. voor reizigers) niet zo vrijblijvend zijn
maar omgezet worden in verboden. Dit punt komt ook op andere plaatsen
in de tekst voor.
3.3 Scenario's Aandachtsfase
Bij de genoemde criteria ontbreken in ieder geval de risico's t.a.v. de
volksgezondheid. De volksgezondheid is in 2001 ernstig geschaad.
3.3.1 Aandachtsfase
Scenario C
Zolang niet bewezen is dat geïmporteerde dieren volgens de vereiste
en gevalideerde testen ziek zijn, dient er niet 'geruimd' te worden. Van
preventief 'ruimen' dient geen sprake te zijn. Idem 3.3.2 Scenario D.
3.4.1 Verdenkingsfase
Scenario E
Preventief 'ruimen' van een ernstig verdacht bedrijf moet als maatregel
uitgebannen worden. Richtlijn 85/511 EG geeft aan dat besmetting officieel
vastgesteld moet worden. Wanneer er sprake is van een besmet dier worden
alle voor de ziekte vatbare dieren op het bewuste bedrijf ter plaatse
afgemaakt. De richtlijn heeft het niet over preventief 'ruimen' van ernstig
verdacht bedrijf.
1 km ruimingsgebied rond ernstig verdacht bedrijf wijzen wij af.
3.5 Crisisfase
Een bevestigde uitbraak moet vastgesteld zijn op basis van zorgvuldig
onderzoek en geaccrediteerde tests door een onafhankelijke organisatie.
Een second opinion dient altijd plaats te vinden.
3.5.1 Crisisfase
Scenario F
T.a.v. het eerste punt vertrouwen wij erop dat er in de toekomst alternatieven
mogelijk zijn en dat u daar creatief en voortvarend naar op zoek bent.
In de crisis van 2001 bleek meerdere malen slechts één dier
op het bedrijf ziek te zijn.
Preventief 'ruimen' diercontactbedrijven. Wij zijn hier niet mee akkoord
en bevelen aan de inzet van snelle tests voor het vaststellen van mkz
en enten (en in leven laten van de dieren).
Met het instellen van compartimenten zal een totaal exportverbod niet
nodig zijn. Vgl. de praktijk in 2001.
Bij de adviezen missen wij algeheel de aandacht voor het welzijn van mens
en dier. Waar blijven de adviezen van bijvoorbeeld VWS?
3.5.2.2 Nieuwe mkz-uitbraken
Hier komt voor het eerst de mogelijkheid van vaccinatie in uw draaiboek
aan de orde. Wij vinden dat vaccinatie met in leven laten van de geënte
dieren in alle gevallen de eerste optie dient te zijn. Het is een beproefde
manier om mkz te voorkomen en te bestrijden. En het meest mens- en diervriendelijk.
Wij keuren het alsnog doden na vaccinatie in alle gevallen af.
3.6 Fase buitengewone
omstandigheden
Het is beschamend dat de mogelijkheid van vaccinatie met in leven laten
van de gevaccineerde dieren pas geopperd wordt wanneer de epidemie veterinair
of logistiek niet meer in de hand te houden is en wanneer er sprake is
van een ernstige maatschappelijke ontwrichting. Klaarblijkelijk spelen
nog steeds argumenten m.b.t. de intrinsieke waarde van dieren en morele
en ethische overwegingen geen enkele rol. Maar: uit dit alternatief blijkt
wel dat vaccineren en in leven laten van de dieren passend is binnen de
huidige EG-regelgeving. Dit dient dan ook te allen tijde de eerste en
enige optie te zijn. Bij mensen geldt ook dat het doden van één
mens niet mag. Waarom is dit bij dieren anders?
De gevaccineerde dieren blijven leven en aan de voorwaarden waaronder
dat kan (nl. afzet van de producten, enz.) is op alle fronten voldaan.
Dubieuze uitslag: er mag geen twijfel zijn over de officieel vastgestelde
uitslag.
Bijlage 1. Definities
Diercontactbedrijven. Graag aanvullen: het bewezen besmette bedrijf.
Bijlage 7. Welzijnsmaatregelen
Hier ontbreekt elke maatregel t.b.v. het welzijn van mens en dier.
Bijlage 9. Dierentuinen
De dieren in dierentuinen mogen evenmin gedood worden in geval van mkz.
En niet alleen niet de dieren van de rode lijst en/of de CITES-soorten.
Alle dieren hebben gelijke rechten, ook op leven.
Vragen n.a.v. het
Draaiboek
2.2 Juridisch kader
Wanneer zal de GWWD gewijzigd worden m.b.t. herziening van dierziektebestrijding,
waarbij o.a. ook niet meer het 'ruimen' van gezonde dieren als een 'reguliere'
bestrijdingsmaatregel gezien kan worden?
2.4 Begrippen en definities
Genoemd zijn een aantal grote risicofactoren voor het verslepen van het
virus. Onderzoek naar de insleep en verspreiding van het virus in 2001
levert nog steeds geen duidelijkheid op. Zo is bijvoorbeeld nog steeds
niet duidelijk waardoor de uitbraak in Ee en Anjum veroorzaakt is. Voor
een goede dierziektebestrijding is deze kennis essentieel. Wij verzoeken
u op dit punt verder diepgaand onderzoek te doen en de risicofactoren
uit te breiden op basis van praktijkkennis.
3.7 Afbouwfase
Waar kunnen wij de herbevolkingsregeling vinden en wat houdt deze in?
Tenslotte
Bij het bezoek van Minister Veerman aan Epe/Oene op 24 januari 2003 heeft
hij aangegeven dat de inzet van het Ministerie in het verlengde ligt van
het rapport Naar een duurzame en vitale landbouwsector in Nederland (Commissie
Veerman). Daarin wordt gesteld dat men tegen het non-vaccinatiebeleid
is als het gaat om besmettelijke dierziekten en op de kortst mogelijke
termijn dit beleid ter discussie zal stellen in Europees verband en pogen
te doorbreken. Bovendien: 'het doden en vernietigen van gevaccineerde,
gezonde dieren is niet nodig'. Dit betoog onderschrijven wij als Ent Europa
volledig, en wij zien het dan ook graag terug als uitgangspunten in het
beleidsdraaiboek.
In uw brief (d.d.
via JOLANDA) staat: 'Voor Nederland zijn meestal twee ambtenaren van het
Ministerie van Landbouw bij de vergaderingen aanwezig. Het Nederlandse
standpunt zal zoveel mogelijk aansluiten bij het beleidsdraaiboek dat
in december 2002 is vastgesteld.' Deze zinsnede wekt de suggestie dat
de inbreng vanuit Nederland bij de besprekingen van de Europese Richtlijn
reeds bepaald is en aansluit bij het Beleidsdraaiboek MKZ van december
2002. Wij gaan ervan uit dat dit niet juist is. Uw Ministerie verzoekt
in bovengenoemde brief immers ook om een reactie onzerzijds, (nog iets
dat Veerman wederom bevestigd heeft op 24 januari jl. ). Wij vertrouwen
erop dat onze reactie een bijdrage zal leveren in de aanpassingen van
het draaiboek en daarmee ook in het standpunt van LNV bij de besprekingen
m.b.t. de richtlijnen.
Graag worden wij
geïnformeerd welke opmerkingen/aanbevelingen van onze zijde door
uw Ministerie worden overgenomen en welke niet, en de reden waarom deze
niet kunnen worden overgenomen.
|